Linda Alders
Een kleine 'collega'
Updated: Feb 11, 2020
Op een dag kwamen een moeder en haar dochter van rond de zes jaar oud, bij mij in de praktijk.
Het meisje voelde zich al een hele tijd verdrietig en onzeker. Omdat andere kinderen uit hetzelfde gezin veel baat gehad hadden op emotioneel en lichamelijk vlak, na een healing van mij, besloot de moeder ook met deze dochter een afspraak te maken in mijn praktijk.
Op het moment dat ik de voordeur voor hen opende, stond de wereld even stil.
Een elfachtig meisje met lang donker haar en lieve ogen keek naar mij omhoog.
We keken elkaar intens aan en onze ogen lichtten op. We herkenden elkaar, al hadden we elkaar in dit leven nog niet eerder ontmoet.
Tijdens de healing lag ze stil en met gesloten ogen op de behandeltafel .
Er speelde een glimlachje om haar lippen.
Tijdens het healen voelde ik van alles en stelde haar wat vragen.
Zo ontdekten we dat de juf op school een wat bruuske aard had en het meisje daar regelmatig van schrok.
De juf kon dingen zeggen op een wat botte manier en het gevoelige meisje voelde dat altijd flink binnenkomen.
"Weet je" zei ik "het is belangrijk dat je jezelf elke ochtend voor je naar school gaat even in een cirkel van licht zet."
Terwijl het meisje instemmend knikte zag ik de moeder met verwonderde ogen naar me kijken.
"Hoe moet ze dat dan doen?" vroeg ze.
"O, dat wéét ze hoor!" flapte ik er uit.
De moeder keek sceptisch en vroeg haar dochter of die wel enig idee had van wat ik had bedoeld.
Het meisje stond midden in de behandelkamer, keek mij met stralende ogen aan en spreidde haar armen.
Langzaam, geconcentreerd en bijna dromerig tegelijkertijd, bewoog ze haar armen omhoog en langzaam omlaag in een perfecte cirkel, tot haar vingers de grond raakten.
Toen stond ze weer rechtop en zei resoluut; "ZO!"
Ik knikte en zei tegen haar moeder: "Ja, dat wéét ze. We zijn collega's."
Waarop haar dochter en ik elkaar blij aankeken.
Toen ze wegreden zat het meisje bijna omgekeerd achterop de fiets van haar moeder en we zwaaiden tot we elkaar niet meer konden zien.
Via de mail ontving ik later het bericht dat het niet alleen beter ging op school maar dat ze ook haar plek ingenomen had thuis in het gezin.
Een jaar of 5, 6 later zag ik haar toen we beiden op eenzelfde crematie waren.
Ondanks alle jaren die voorbij gegaan waren, herkenden we elkaar direct.
Ik liep naar haar toe en gaf haar een hand.
"Ik weet wie jij bent" zei ik "ik heb vaak aan je gedacht."
En het meisje knikte en zei: "Jaaaaaaaaaa, ik ook aan jou!"